Visie

Een school is een samenleving in het klein. Hier kunnen de leerlingen kennis en vaardigheden opdoen die ze in de omgang met anderen nu en later nodig hebben. Om te bepalen welke kennis belangrijk is en welke vaardigheden waardevol zijn hebben we met elkaar (team en ouders) de volgende ambities benoemd: sociale vaardigheden, basisvaardigheden en kwaliteiten van leerlingen.

Sociale vaardigheden

Elke leerling bij ons op school maakt deel uit van verschillende groepen. Zo zijn ze deel van de klas, gaan naar de naschoolse opvang, gaan naar de sportvereniging, enz. Wij willen onze leerlingen de bagage meegeven om zich een plaats te verwerven in zo’n groep. Ze leren hoe je dat moet doen en ook hoe je andere leerlingen deelgenoot kunt maken. We gebruiken hiervoor KiVa: een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Onderdeel van KiVa, is het KiVa-team. Hierin zitten verschillende medewerkers van de school die gezamenlijk de goede aanpak op onze school borgen. Leerlingen leren met elkaar problemen op te lossen en zo werken we samen aan een veilig groepsklimaat en het zelfvertrouwen van onze leerlingen. Complimenten, positieve en persoonlijke aandacht zijn hierbij van wezenlijk belang. Leerkrachten leren de leerlingen elkaar te respecteren zoals ze zijn. Ook solidariteit met elkaar en bereidheid om iedereen in de school een helpende hand toe te steken is een doel. Burgerschap is gekoppeld aan verschillende ambities binnen onze school. Sociale veiligheid is één van die ambities, net als culturele vorming. Over ons beleid sociale veiligheid leest u meer in de schoolgids.

Basisvaardigheden

De basisvaardigheden (rekenen en taal) vormen de basis van ons onderwijs. Kwalitatief goed onderwijs in rekenen en taal (lezen, schrijven, mondelinge taal en spelling) staat centraal in onze school. Wij besteden in ons onderwijs veel tijd en inhoudelijke zorg aan deze vakken. Het zijn sleutels tot kennis en verdere verkenning van de omgeving. Als je niet kuntlezen heb je niets aan de kennis die we via schriftelijke taal tot ons nemen. Als je niet kuntschrijven ondervind je problemen in de communicatie met anderen; denk hierbij ook aan digitale vaardigheden.

Digitale vaardigheden behoren eveneens tot de basisvaardigheden die wij aanbieden aan de leerlingen. Wereldoriëntatie is een andere basisvaardigheid. Tijdens deze lessen (Blink) besteden we ook aandacht aan burgerschap. Bij het aanleren van de basisvaardigheden maken we gebruik van actuele kennis over het lerende brein. Daarom laten we de leerlingen bijvoorbeeld regelmatig bewegen tijdens het leren. Leerkrachten zijn minder sturend en komen tegemoet aan de autonomiebehoefte van de leerlingen. We betrekken de leerlingen bij hun eigen leerproces en stimuleren op die manier de betrokkenheid, de leermotivatie en een actieve leerhouding.

Kwaliteiten van leerlingen

Leerlingen komen allemaal op school met hun eigen kwaliteiten. Deze kwaliteiten zijn niet altijd meteen zichtbaar. Een kwaliteit is voor ons een vaardigheid waarin de leerling zich thuis voelt. Of het hierin uitblinkt is niet belangrijk.

Er zijn kwaliteiten van leerlingen die zich al hebben geopenbaard en daar besteden we in ons onderwijs aandacht aan. Tijdens presentaties (spreekbeurten), voorstellingen (vieringen), thematische wereldoriëntatie opdrachten (Blink), lessen sociale vaardigheid (KiVa), creatieve vakken, bewegingsonderwijs, maar uiteraard ook bij de basisvaardigheden (rekenen en taal) is hier ruimte voor.

Naar de kwaliteiten die niet meteen zichtbaar zijn gaan we op zoek door een gevarieerd onderwijsaanbod, vertrouwen in leerlingen, ruimte en motiverende en stimulerende leerkrachten.
We bieden keuzemogelijkheden in de vorm van workshops (verzorgd door leerkrachten, ouders, clubs en externe professionals). De leerlingen komen er op deze manier achter waar hun verschillende interesses liggen en welke kwaliteiten ze (nog meer) hebben.

Het fundament

Het fundament van deze ambities vormen de leerkrachten en de ouders.

Leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van hun leerlingen en ontwikkelen ook zichzelf voortdurend. Zij leren van elkaar en ondersteunen elkaar in openheid en vertrouwen. Zij delen met elkaar de verantwoordelijkheid voor de leerlingen en het onderwijs.

Ouders en school zijn partners. Ouders denken mee, doen mee en voelen zich medeverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de school. Ouderbetrokkenheid is een belangrijke factor in het schoolsucces van het kind.

Onderwijs op maat

In het voorgaande is beschreven hoe wij onze leerstof ordenen. Maar we hebben ook nagedacht over de manier waarop we de leerstof aanbieden. Het onderwijs dat in deze drie ambities past willen we op een adaptieve manier onderwijzen. Onderwijs op maat wordt ook wel ‘adaptief onderwijs’ genoemd. Dat wil zeggen dat het onderwijs zoveel mogelijk is aangepast aan de onderwijsbehoeften en mogelijkheden van de leerling. Om dit te bereiken wordt er binnen de instructie gebruik gemaakt van verschillende niveaus. De basisinstructie wordt gevolgd door de meeste leerlingen. Alleen de leerlingen die het nodig hebben krijgen extra instructie. Deze instructie kan voorafgaand aan de les plaatsvinden (voorinstructie) of aansluiten op de basisinstructie (verlengde instructie).
De rest van de groep werkt ondertussen zelfstandig aan hun taken. Er zijn ook leerlingen die met een verkorte instructie aan de slag kunnen. Soms wordt de instructie en/of de leerstof losgelaten en werkt de leerling met een eigen leerlijn verder aan de leerstof.

In de groepen 7 en 8 verwerken de leerlingen de leerstof op een tablet (Snappet). De opgaven die zij maken worden automatisch aangepast aan hun mogelijkheden: voor sommige leerlingen worden de opgaven steeds gemakkelijker, anderen krijgen steeds moeilijkere opdrachten.